Geschiedenis
Het orgel is één van de oudste instrumenten in onze muziekgeschiedenis. Als verre voorloper van het orgel noemt men vaak de panfluit. In het jaar 246 v. Chr. legde Ktesibios uit Alexandrië de basis met zijn uitvinding van het waterorgel, waarmee een lange en kleurrijke geschiedenis begint. Vanaf ca 750 werden orgels in kerken gebruikt. Door de eeuwen werd het orgel steeds verder ontwikkeld. In het jaar 980 bestond er een orgel met 400 pijpen en in 1400 een orgel met ruim 2000 pijpen en 28 blaasbalgen. In de tijd van J.S. Bach bereikt de orgelbouw haar hoogtepunt.
Veel klanken
Het orgel heeft veel mogelijkheden om verschillende klanken en klankcombinaties te laten horen. Voor orgel is dan ook heel veel muziek geschreven zowel kerkelijk als niet kerkelijk. Belangrijke componisten zijn onder andere J.P. Sweelinck, J.S. Bach, César Franck, Max Reger en Olivier Messiaen. Het orgel is ook heel goed bruikbaar voor het begeleiden van andere instrumenten.
Aanschaf
Het studeren thuis wordt meestal gedaan op een electronisch orgel. Het meest geschikt is een klassiek orgel met 2 manualen en pedaal. (Het pedaalspel komt overigens pas later in de studie aan de orde) De docenten kunnen U adviseren bij de aanschaf.